Waar zit de schuld?
Ik heb een vraag over het targetbeeld NC. Ik heb vandaag een vrouw gezien die al twintig jaar kampt met eetproblemen. Ze kan uit angst niet eten door een langdurige traumatische ervaring met haar ex-partner. In ieder geval gaat ze met sprongen vooruit. Zij beschrijft vandaag in haar gebeurtenis dat het naarste moment is dat zij boven in een kamer zit en dat haar ex-man dreigt zichzelf van kant te maken. Zij hoort dat hij naar de keuken loopt en een mes pakt. Ik heb haar toen gevraagd wat het beeld was wat ze voor zich zag toen ze op haar bed zat en dit hoorde. Het beeld was: “Mijn ex-man op zijn knieën met het mes op zijn keel en ik sta ervoor.” Is het oké dat ik dit fantasiebeeld gebruik? Haar NC is ‘Ik ben schuldig’, had ik maar anders gehandeld, dan zou hij zichzelf niks aan doen’. Is deze NC goed? In wezen is er geen schuldvraag, maarde patiënt verbindt er wel deze betekenis aan.
Antwoord
Dit beeld lijkt me prima. Maar ik zou dit beeld met ‘Ik ben machteloos’doen. Het is immers een fantasiebeeld. Als het plaatje SUD 0 is kun je altijd nog checken of naast de PC ‘Ik kan het aan’, ook ‘Ik ben onschuldig’ of ‘Ik heb gedaan wat ik kon’ bij dit plaatje ook al VOC 7 is. Maar de NC ‘Ik ben schuldig’ verwijst naar een ander plaatje, namelijk dat van zelfverwijt, ofwel het plaatje waarop te zien is dat ze naar haar eigen idee niet goed heeft gehandeld; de veronderstelde aanleiding tot de daad van het zichzelf iets aandoen. Dit is het plaatje dat haar gevoelens van zelfverwijt aanstuurt. Snap je wat ik bedoel?
Reactie
Volgens mij begrijp ik je. Je bedoelt dat ‘Ik ben schuldig’ gekoppeld is aan een ander beeld? Waarschijnlijk heeft zij dus, voor de dreiging dat hij zich iets aan ging doen, al iets gedaan wat haar ex niet wilde. Dat is dan een ander bewijs voor haar ‘schuld’.Misschien dat hij het ook letterlijk heeft gezegd tegen haar. Zou dat dan een bewijs zijn?
Antwoord
Ja, juist. Dat bedoel ik.
Reactie
De behandeling is inmiddels zeer succesvol afgesloten. In de eerste sessie (met NC ‘Ik ben schuldig’) ging de SUD van 10 naar 4. De keer erop heb ik zelf de PC veranderd van ‘Ik ben onschuldig’, die we in eerste instantie gekozen hadden, naar ‘Ik kan het aan’. De SUD ging in de tweede sessie van 4 naar 0. De volgende targets die we gekozen hebben, kwamen uit de casusconceptualisatie ‘rechtsom’ (‘Ik ben waardeloos’). De ex-man van mijn patiënt heeft door fysiek en emotioneel misbruik haar de indruk gegeven waardeloos te zijn. Dit deed hij door vaker te zeggen wat ze wel en niet mocht en wel en niet goed deed. Ik denk zelf dat de schuldvraag meer te maken had met de kernassumptie en niet zozeer aan het domein schuld, vandaar dat ik via ‘rechtsom’ ben doorgegaan.
De patiënt is van al haar angstklachten en eetproblemen af. Ze gaat zelfs nu weer naar de sauna wat ze jaren niet heeft gedurfd omdat ze haar lichaam lelijk vond. Na het traumatische materiaal bewerkt te hebben, zijn we gestart met het verstoorde lichaamsbeeld en hebben dit succesvol afgerond.