Ik heb een vraag over een jongetje van twintig maanden
oud. De neonatoloog verwees hem naar mij. Ze maakt
zich zorgen over zijn sociaal-emotionele ontwikkeling.
Hij zou alleen maar ‘zitten en kijken’. De neonatoloog
vroeg om nadere psychodiagnostiek naar kindfactoren
en naar relationele factoren. Dat laatste leek haar ook
van belang omdat de moeder op haar een weinig alerte
indruk maakte.
Ik vraag je supervisie over deze casus omdat de intake
al veel vragen opriep: Het zoontje (ik zal hem Robbie
noemen) bleef gedurende de hele sessie stil bij haar zitten,
soms op haar schoot, soms op de grond. Hij staarde
hooguit af en toe naar zijn ouders en bleef voortdurend
fysiek contact houden met zijn moeder. Toen
ik na enige tijd probeerde om hem mee te lokken naar
een blokkendoos, lukte dat niet (en dat lag niet aan zijn
motorische ontwikkeling…).
De vader deed veelal het woord. Ik heb naar Robbies
anamnese gevraagd in de veronderstelling dat ik iets
zou horen over een ingrijpende gebeurtenis in zijn tot
nu toe korte leven. Maar ik vond niets. Geen ziekenhuisopnames,
geen eet- of slaapproblemen, geen verhuizingen…
En ik zag ook geen aanwijzingen voor het bestaan
van ontwikkelingsstoornissen, zoals autisme spectrum
stoornis. Robbie reageerde vanaf zijn plek communicatief
en helder. Het enige opmerkelijke was de geringe
gerichtheid van zijn moeder. Ik vraag me af of er mogelijk
iets neurologisch bij haar speelt. Kun je alvast even
meedenken?
Antwoord
Inderdaad, een bijzondere observatie. Ik vraag me, net
als jij, af waarom zijn moeder zo weinig alert is. Ik denk
dat je het haar gewoon moet vragen. Realiseer je altijd:
hoe jonger het kind, des te meer je blik gericht moet zijn
op de kwaliteit van de relatie tussen ouder en kind om
het gedrag van het kind te begrijpen.
Reactie
Ik heb een gesprek met de moeder gehad. Ze kijkt zelf
terug op een prettige jeugd en een goede ontwikkeling
en inbedding. Ze is niet bekend met neurologische problemen
of met ADD. Robbie was een welkom (eerste)
kindje. De zwangerschap verliep tot de 35ste week uitstekend.
Maar toen ze in het ziekenhuis was voor routinecontroles,
mocht ze niet meer naar huis, vanwege
een zeer hoge bloeddruk. Het zou gevaar kunnen opleveren
voor haar en het ongeboren kind. Ze leed aan het
HELLP-syndroom (acronym van Hemolysis Elevated Liver
enzymes and Low Platelets) en herinnert zich niets meer
vanaf de dag voor de bevalling (via een sectio op 37 weken).
Ze was er ernstig aan toe. Vlak voor de sectio was
ze volledig opgezwollen. Ze is buiten bewustzijn geraakt
en weer bijgekomen na de operatiekamer, maar herinnert
zich pas weer iets vanaf de derde dag na de bevalling. Ze
heeft forse concentratiestoornissen aan deze gebeurtenis
overgehouden. Ze heeft het gevoel dat ze niet meer
weet waar ze is of zelfs of ze er wel is. De afgelopen twintig
maanden ziet ze weinig verandering in haar situatie.
Wat een heftig verhaal hè? Zou je kunnen zeggen dat ze
nog steeds in een soort shock is, of iets dergelijks? Of
dat ze aan het vermijden is om zich