Ik heb een achtjarige jongen met meerdere angsten in behandeling.
Omdat hij een bepaald syndroom heeft, is er
sprake van lichamelijke kwetsbaarheid. Toch slaat hij zich
hier al jaren goed doorheen. Echter, sinds een operatie
waarbij zijn keelamandelen zijn verwijderd, is hij zeer angstig
geworden. In bepaalde situaties durft hij geen dingen
alleen te doen en kan hij soms in paniek, boos en onbereikbaar
raken. Aanvankelijk dachten zijn ouders en ik dat het
overlijden van zijn zus, toen hij zelf 2,5 jaar oud was, een rol
kan hebben gespeeld. Ook geeft hij aan bang te zijn voor
de wolf en heksen uit sprookjes. Thema’s als geesten en
de dood houden hem ook sterk bezig. Hij slaapt helemaal
verstopt onder zijn dekens en durft niet zelfstandig in huis
van de ene ruimte naar de andere te gaan. Hij rent op de
trap alsof zijn leven er van afhangt…
In de sessies valt op dat hij zeer moeilijk te motiveren is. Hij
zegt: “Ik ben gewoon altijd al bang geweest en dat blijf ik
ook… “ Ik heb een Resource Development and Installation
(RDI) gedaan, en die hulpbronnen gebruikt hij soms wel.
Ik heb uiteindelijk het plaatje van de heks kunnen desensitiseren
en heel even, enkele dagen, leek hij rustiger en sliep
boven de dekens, maar al snel werd hij weer angstig en
onrustig. Zijn moeder heeft toen samen met hem een lijstje
van al zijn angsten opgesteld:
– heks Doornroosje
– Repelsteeltje
– heks Sneeuwwitje
– prikjes
– in het donker (voor alles van sprookjes)
– hoogtes
– gevoel van geesten die dicht bij hem zijn. Hij heeft
wel eens een hoofd dichtbij zich gezien, hij dacht van
Sneeuwwitje.
– kermisattracties: hij vindt die kriebels in zijn buik niet
fijn, en als het te snel gaat, is hij bang dat hij valt.
Hij denkt ongeveer eenmaal per week aan doodgaan, maar
is er niet meer bang voor. Hij zegt er aan gewend te zijn dat
zijn zus dood is en kan zich haar niet meer herinneren. Hij
vroeg wel of ik nog iemand ken, die ook zijn zus verloren is.
Ik heb tekeningen gemaakt, er een cijfer van ernst aan gekoppeld
en ik ben gestart met het desensitiseren van de
verschillende heksen en geesten.
Hij was echter opnieuw moeilijk te motiveren, dus het voelde
tijdens de desensitisatie als met hagel schieten. Ik had
niet het idee dat hij voldoende in de emotie zat. Hij keek tijdens
de sessie namelijk steeds op de klok en zei dat hij heel
moeilijk kan voelen, hoe hij zich voelt als hij thuis de trap op
moet. Hij voelt zich pas veilig na de derde tree en heeft dan
een plaatje in zijn hoofd, wat hij in de sessie moeilijk terug
kan halen. Toch benoemde hij dat de lading minder werd
en hij schreef bij de lading bij iedere tekening een 0. Over
waren nog de plaatjes van hoogtevrees en bloedprikken,
maar er was ook weer iets bijgekomen. Iets van een dino…

Ook nu mailen zijn ouders dat hij aanvankelijk wat rustiger
leek, maar dat hij geen zin heeft om naar me toe te komen.
Ook schrijven ze dat het erop lijkt, dat als er een plaatje
verdwijnt, er een nieuwe voor terugkomt.
Mijn vraag is: hoe kan ik hem motiveren en er voor zorgen
dat de plaatjes echt verdwijnen?
Antwoord
Ja, er is een boel werk te doen in het hoofd van deze
jongen. Zelfs mijn handen jeuken bij het lezen van dit
verhaal. Je kunt mensen het best motiveren via een focus
op de last die zij ondervinden van hun klachten. Het is
natuurlijk helemaal niet fijn als je zoveel angsten kent,
dus dat moet te doen zijn.
Het lijkt dan misschien nu niet zo veel te helpen, maar je
hebt ook nog maar een klein deel van alles kunnen desensitiseren,
zodat hij nu misschien nog te weinig heeft
kunnen merken dat het goed is om ‘er voor te gaan’ en
dat een EMDR-behandeling hem uiteindelijk de noodzakelijke
rust in zijn hoofd zal gaan brengen. Misschien
nu eerst ‘linksom’, uitgaande van de vraag wanneer zijn
klachten precies zijn begonnen. Na welke gebeurtenis?
Het zou mij niets verbazen als deze Doornroosjes en Repelsteeltjes
symbool staan voor onverwerkte herinneringen
aan de dood van zijn zusje. Als deze strategie op de
een of andere manier niet voldoende oplevert, kun je altijd
nog op zoek gaan naar ‘de angst achter de angst’ en
zijn ultieme schrikbeeld identificeren. Waar is hij bang
voor dat er zal gebeuren als hij met een heks, Repelsteeltje,
geest of iets dergelijks wordt geconfronteerd?
Welke afschuwelijk ramp zou zich dan kunnen voordoen?
Kortom, is er voldoende ruimte voor een stevige flashforward?
Reactie
Ik heb met de ouders van mijn patiënt gesproken en hen
gevraagd om hem zoveel mogelijk te motiveren. Volgens
hen staan deze sprookjesfiguren inderdaad symbool
voor de angst om dood te gaan. Uiteindelijk hebben ze
hem gemotiveerd om opnieuw bij me langs te komen. In
het gesprek dat ik eerst met hem had, gaf hij aan dat hij
nog steeds bang voor Repelsteeltje en de Sneeuwkoningin
is. Heksen zijn intussen niet meer eng. Na uitgebreid
doorvragen naar het ergste dat er zou kunnen gebeuren,
geeft hij aan bang te zijn: “dat ik helemaal niks meer ben,
dat ik doodgeschoten word en dood op de grond lig.”
Ook is er een beeld van zijn eigen begrafenis. Uiteindelijk
benoemt hij waar het waarschijnlijk echt om gaat: “Ik
heb al een zusje die dood is, dus: niet NOG een!” Ik ben
uiteindelijk begonnen zijn meest nare fantasieplaatje,
het ‘doodgeschoten worden’, aan te pakken met het
standaardprotocol. Omdat hij geneigd is veel te praten
en moeilijk een SUD kan aangeven, liet ik hem in het
plaatje tekenen wat er is veranderd. Daarna ben ik met
hem aan de slag gegaan met EMDR in combinatie met
helpende gedachten. Hij zegt zelf namelijk ook regelmatig:
“Heksen bestaan niet!” Dit zijn dus eigenlijk cognitive
interweaves. Verder oefent hij thuis met hulp van zijn
ouders, naast de EMDR, in het alleen naar de wc gaan
en het alleen naar boven gaan. Hij verdient daar punten
mee. Hij spaart voor een boek dat hij graag wil hebben.
Reactie (een maand later)
Mijn patiënt wordt binnenkort geconfronteerd met een
van zijn angstwekkende situaties: bloedprikken. Daarvoor
laat ik hem tijdens de EMDR concentreren op zijn
ergste nachtmerrie. Dit is dan ook zijn flashforward voor
het bloedprikken, namelijk dat hij verkeerd geprikt wordt.
De SUD gaat tijdens de EMDR van 10 naar 5. Later blijkt
dat hij het prikje inderdaad heeft gehad en dat dit zonder
paniek is verlopen. Hij zegt nu dat hij eigenlijk niet zo
bang meer is en dat ‘je spannende dingen gewoon moet
doen’. Ook slaapt hij weer boven de dekens in plaats van
helemaal eronder verstopt en gaat hij iets gemakkelijker
naar zijn eigen kamer. Er is nog wel sprake van angst,
maar sommige dingen lijken soms ook een gewoonte.
Reactie (een half jaar later)
Naar aanleiding van mijn vraag hoe het gaat, kreeg ik de
volgende mail van zijn ouders: “Onze zoon doet enorm
zijn best en werkt er echt aan om zijn angsten opzij te
kunnen zetten. Hij is op vakantie zelfs in een kabelbaan
geweest en vond het achteraf zelfs leuk:-)!! Hij wilde ook
per se Harry Potter-films zien en ook na die gekeken te
hebben, gaat het nog steeds goed… Hij gaat ook bewuster
even alleen boven iets halen. Ik heb het gevoel dat hij
nu echt op de goede weg zit…”
Reactie (opnieuw een maand later)
Ik kreeg net weer een mail van de ouders van mijn patiënt:
“We zijn het weekend naar Disney geweest en zelfs
daar heeft hij hard gewerkt aan zichzelf… Op zaterdag
is hij mee het spookhuis in geweest en op zondag zelfs
zonder paniek 1,5 uur in de wachtrij gaan staan voor
een achtbaan!! Die achtbaan vond hij wel erg spannend,
maar hij loopt nu wel overal op te scheppen… Hij loopt
ook veel vrijer door het huis en doet erg zijn best!!”
Antwoord
Miraculeus! Wat een mooi resultaat, zeg.