Australische onderzoekers hebben een metaanalyse
uitgevoerd van acht RCT’s met in
totaal 227 patiënten met PTSS. Daarin vergeleken
zij de effectiviteit en efficiëntie van
EMDR versus cognitieve-gedragstherapie
(imaginaire exposure)
Beide behandelingen bleken even effectief, maar EMDR
was efficiënter. Daarnaast verminderde EMDR de depressieve
klachten meer dan cognitieve-gedragstherapie (CGT)
bij patiënten met een comorbide depressie
Bij EMDR kregen de patiënten gedurende de behandeling
gemiddeld een kleine drie uur huiswerk mee en bij
CGT ging het om gemiddeld 23 uur huiswerk. De effect
sizes van EMDR en CGT waren ongeveer gelijk, maar
wanneer de uren huiswerk meegenomen werden door
een effect size/uur-verhouding te berekenen, bleek
EMDR aanmerkelijk efficiënter uit de bus te komen.
Er blijkt een samenhang te bestaan tussen de mate
waarin patiënten in CGT hun huiswerkopdrachten uitvoeren en
de mate waarin ze opknappen. Patiënten die er niet of
slecht in slagen huiswerkafspraken na te komen, zijn
vaker patiënten met een comorbide depressie of patiënten
met ernstigere PTSS-symptomen. De onderzoekers
concluderen dat EMDR een beter behandelaanbod lijkt te
zijn dan CGT voor deze patiëntengroepen. (MattyG)
M.S.K. Ho & C.W. Lee (2012), Cognitive behaviour therapy versus eye
movement desentization and reprocessing for post-traumatic disorderis
it all in the homework then?, Revue européenne de psychologie
appliquée, 62, 253-260