Nederlandse onderzoekers hebben een
experiment uitgevoerd dat ondersteuning
biedt voor de theorie die stelt dat
het afwisselend activeren van de twee
hersenhelften, het ophalen van herinneringen
uit het episodisch geheugen
bevordert. Dit gunstige effect gaat op
voor horizontale oogbewegingen en
afwisselend links en rechts aangeboden
handtaps. Volgens de auteurs bevorderen
klikjes het episodisch geheugen
niet, omdat het auditieve systeem in de
hersenen anders is georganiseerd

Het visueel-motorische systeem en het somatosensorische
systeem in de hersenen zijn strikt contralateraal georganiseerd.
Dat betekent dat zintuiglijke prikkels die in de linkerhelft
van het lichaam binnenkomen, in de rechterhersenhelft
worden verwerkt en omgekeerd. Het auditieve systeem kent
veel minder een contralaterale organisatie.
Bekend was al dat verschillende episodische geheugentaken
-zoals het ophalen van herinneringen uit de kindertijd- beter
verlopen na aanbieding van oogbewegingen. Dit gunstige
effect van oogbewegingen werd toegeschreven aan het
afwisselende activeren van de twee hersenhelften.
In het experiment kregen studenten via een computerscherm
woordjes te lezen met de opdracht er zo veel mogelijk
te onthouden. Vervolgens kregen zij oogbewegingen,
handtaps of klikjes aangeboden. Zoals te verwachten viel op
basis van het verschil in contralaterale organisatie, trad het
gunstige effect op het geheugen in het experiment zowel op
bij oogbewegingen als bij handtaps. Echter niet bij klikjes.
Er zijn verschillende theorieën over het werkingsmechanisme
van EMDR. Een daarvan berust op toegenomen toegankelijkheid
van het episodische geheugen door de oogbewegingen.
Uitgaande van die theorie en de uitkomsten van
dit experiment, mogen de oogbewegingen wel vervangen
worden door handtaps, maar niet door klikjes. (MattyG)

 
S. Nieuwenhuis, B.M. Elzinga, P.H. Ras, F. Berends, P.Duijs, Z. Samara & H.A.
Slagter (2013), Bilateral saccadic eye movements and tactile stimulation,
but not auditory stimulation, enhance memory retrieval, Brain and
Cognition, 81, 52-56