Spontane horizontale oogbewegingen bij resusaapjes bleken tijdens een experiment in een apenonderzoekscentrum in Atlanta geassocieerd met veranderingen in de elektrische golfbewegingen in de hippocampus en met een betere opslag en retrievalvan informatie in de hersenen.

Twee resusapen kregen op een computerscherm twee keer tweehonderd verschillende plaatjes te zien. Er kwam telkens een nieuw plaatje op het computerscherm als het aapje weg keek of wanneer er vijf seconden waren verstreken. Gemeten werden de soort oogbewegingen van de aapjes bij het verkennen van de plaatjes, de tijd die ze aandachtig keken naar de plaatjes bij de eerste en de tweede vertoning en de elektrische activiteit in de hippocampus.

Spontane horizontale oogbewegingen bleken samen te gaan met het ontstaan van thetagolven in de hippocampus en met een kortere kijktijd bij de eerste vertoning (betere opslag) en snellere herkenning bij de tweede vertoning (betere retrieval). Bekend was al dat thetagolven in de hippocampus tijdelijk de plasticiteit van de hersenen verhogen, zodat nieuwe informatie vanuit de zintuigen ingepast kan worden in bestaande kennis. Het ontstaan van thetagolven lijkt dus bij apen, en waarschijnlijk dan ook bij mensen, opgewekt te kunnen worden door horizontale oogbewegingen te maken. Dit is logisch omdat apen en mensen horizontale oogbewegingen met name inzetten om een nieuwe omgeving te exploreren op voedsel of gevaar. Extra efficiënte verwerking van nieuwe informatie bij horizontale oogbewegingen heeft daardoor voor apen en mensen een evolutionair voordeel.

Eerder onderzoek liet zien dat bij knaagdieren de thetagolven niet werden uitgelokt door  oogbewegingen, maar door het wiegen met hun kop en snuffelen. Bij toepassing van EMDR op knaagdieren lijkt het zinvol daar rekening mee te houden.

 

M.J. Jutras, P. Fries & E.A. Buffalo (2013). Oscillatory activity in the monkey hippocampus during visual expoloration and memory formation. PNAS Early Edition .www.pnas.org/content/early/2013/07/17/1302351110

 en artikel Eye movements reveal rhythm of memory formation