Door Hayo Lasschuijt
Marjoleine merkte dat er in haar lichaam iets was veranderd. Ze voelde het in haar buik, en verder naar beneden, daar stroomde het ergens. Haar eerste echte schoolfeestje, het grote avontuur. Hoe moest ze zich gedragen? Wat zouden ze van haar vinden? Ze was trots op haar nieuwe Levi’s spijkerbroek die ze de week daarvoor speciaal had gekocht. Samen met een lichtblauwe blouse die ietsje doorschijnend was. Ze stond voor de spiegel en vroeg zich af of ze haar zijden Indiase sjaal met blauw erin zou dragen. Ze knoopte het om haar haren terwijl ze gezellig keuvelde met haar moeder, die in de keuken stond. Haar moeder keek naar haar. Marjoleine zag het, en zag haar moeder veranderen. Ze zag de voor anderen onzichtbare overgang in mimiek en lichaamshouding. Ze aarzelde, maar vroeg toch of haar moeder het sjaaltje niet mooi vond, terwijl ze het eigenlijk al wist. De Griekse meisjes; drie dagen lagen ze te creperen na het ‘medisch-gynaecologisch experiment’ van professor Clauberg. Toen waren ze dood. De Griekse meisjes met de gekleurde sjaaltjes in het haar, die zongen toen ze uitstapten op het perron van Auschwitz.
Zo begint kort samengevat het verslag van Marjoleine Oppenheim-Spangenberg over de zoektocht naar haar moeder. Of beter: de tocht om dichter bij haar moeder te komen. Dit verlangen vernemen we in het begin van het boek. De tocht van Marjoleine naar het verleden wordt omlijst door de tweede reis van haar moeder naar het concentratiekamp Auschwitz, samen met prins Claus en zijn zonen. Marjoleine gaat mee omdat ze het bezoek als een mogelijkheid ziet om dichter bij haar moeder te komen. Iets wat ze tot dan toe deed door alles te verorberen wat te maken had met Auschwitz en Bergen-Belsen: boeken, documentaires, films. Als het om oorlogsverhalen ging, was er namelijk maar een rol voor Marjoleine: de rol van degene die afwacht wat haar moeder wilde vertellen.
In het boek wordt het verhaal van haar moeder desondanks uitgebreid beschreven. Dit is mogelijk doordat haar moeder heeft meegedaan aan Spielbergs Holocaustarchief. Zo horen we van de gevangenneming door een ooit afgewezen medescholier en het transport via Westerbork naar Auschwitz, van de dodenmars naar het hellekamp Bergen-Belsen, haar bevrijding hieruit, en van de tijd erna. De tijd dat haar moeder terugkwam in Nederland en een land aantrof dat vooral bezig was met zichzelf. Het bleek het beste zoveel mogelijk ‘gewoon te doen’. In het gezin waar Marjoleine opgroeide werd dit dan ook radicaal toegepast. De moeder van Marjoleine koos een Arisch ogende vader voor haar kinderen om het risico zoveel mogelijk te beperken. Het gezin leefde in het absolute heden omdat het verleden te gevaarlijk was. In het moderne interieur deed niets aan dat verleden denken.
Strategieën
Door de ‘verpletterend zware verhalen’, zoals Marjoleine ze noemt, begrijpen we het levenslang moeten overleven van de moeder, maar ook het moeten overleven van Marjoleine zelf. Voor haar werd het van jongs af aan van levensbelang, om door te hebben of moeder wel of niet ‘in het kamp’ was. Onzichtbare signalen leerde ze razendsnel herkennen. Ze leerde de strategieën om te zorgen dat moeder niet ‘in het kamp’ kwam, en ze leerde hoe te handelen als ze ‘faalde’. Zo ontstond een wereld vol bizarre betekenissen, verborgen rituelen en een arsenaal aan vluchtwegen. Tijdens het schrijven van dit boek, de weg naar haar moeder, ontdekte de schrijfster dat het voor haar essentieel was juist deze ‘kleine gewoontes’ te beschrijven. Dit bleek de sleutel tot het verhaal ‘Over zij en ik’. De schrijfster geeft niet aan waarom, maar ik vermoed dat deze de haast tastbare neerslag was van hun liefde voor elkaar, hun manier om er het beste van te maken.
Vadergeuren
Naast deze indrukwekkende beschrijvingen van het overleven, is er ook een tweede lijn: de ontroerende relatie met haar vader. Haar vrolijke vader met de speciale vadergeuren zoals de Egyptische sigaretten en de inktgeur van de drukkerij; haar vader met wie ze een geheim verbond had gesloten. De breuk tussen haar ouders bleek onvermijdelijk. Deze wordt symbolisch weergegeven door het tijdens een ruzie in vele scherven uiteen vallen van de glazen tussendeur in de woonkamer. Alsof de kunstmatige grens tussen heden en verleden niet meer was vol te houden. Na de moeizame scheiding zien we de geleidelijke afstand die haar vader van het gezin, en ook van Marjoleine, neemt. Een drama van meer menselijke proporties en daardoor des te indringender. De pijn in haar buik die ze zondagavond voelt als ze teruggaat naar Amsterdam, na het bezoek aan haar vader, voelt aan als het gat in de buik van het beeld van Zadkine in Rotterdam, dat ze ooit op een plaatje had gezien. Heden en verleden komen samen.
Tenslotte, als een epiloog, een dag in mei. De dag dat haar moeder sterft. De manier waarop haar moeder omging met haar ziekte leek volledig in de stijl van het kamp waar ziekte, ongeacht de oorzaak, altijd levensbedreigend was. Maar er was toch iets veranderd. Haar moeder was niet meer in het kamp maar bij haar dochter. Moeder en dochter waren herenigd. Na de dood van haar moeder was ook Marjoleine bevrijd uit het kamp, en kwam de tijd om haar eigen leven op te bouwen zonder de noodzaak van ‘onze kleine gewoontes’. De tocht kon beginnen. Het resultaat is een prachtig boek.
Over Zij en Ik
Marjoleine Oppenheim-Spangenberg
ISBN 9789044530957
Uitgeverij De Geus
De VEN mag van Uitgeverij De Geus een gratis exemplaar van dit prachtige boek weggeven. Geïnteresseerden kunnen t/m 15 mei een mail sturen naar het secretariaat. Het boek wordt verloot onder de inzendingen.