Beantwoord door: Merlijn van Eijk

Ik zie een meisje van zestien jaar
vanwege forse (faal)angstklachten
en moeite met het weggaan van
huis en het maken van vrienden.
Zij heeft zich aangemeld op aanraden
van haar moeder, na het slagen
voor het examen VMBO-K. Ze gaat
starten in de verpleging. Zij had als
kind veel allergie- en astmaklachten
waardoor de sociale ontwikkeling,
vanwege veel absentie, moeizaam
is verlopen. In gezinsverband zijn er
geen bijzonderheden die van grote
invloed zijn. We hebben (‘linksom’)
gezocht, maar het zoekwerk verliep
moeizaam. Zij vindt het lastig goed
aan te geven wanneer deze angstklachten
zijn begonnen, dan wel
versterkt. Als ik ‘rechtsom’ een en
ander probeer te ordenen, lopen we
vast op haar eenvoudige denktrant.
Met Resource Development and Installation
(RDI) heb ik geprobeerd
om haar eigen kracht te vinden,
maar dat vraagt voorstellingsvermogen
en daar heeft ze problemen
mee. Ze doet keurig wat ik vraag,
maar gevoelsmatig komt er weinig
reactie. Of ik nu links- of rechtsom
ga, of haar probeer te vangen met
RDI, ik krijg het niet te pakken. Ik
vang dit meisje niet. Wat kun je met
EMDR bereiken met deze kinderen
en jongeren, die zo weinig contact
met zichzelf en hun gevoel kunnen
maken?
Antwoord
Dit zijn lastige cases. Kun je aangeven
wat de primaire klacht is
waarop je het EMDR-proces hebt
willen inzetten? Je noemt drie soorten
angst: faalangst, sociale angst
en separatieangst. Voor het zoeken
met behulp van ‘linksom’ heb
je allereerst een concrete klacht of
symptoomcluster nodig. Die laatste
Een meisje
dat weinig
contact
met
zichzelf
kan maken
Beantwoord door: Merlijn van Eijk
58
angst, separatieangst, zou kunnen
zijn ontstaan als gevolg van de nare
medische ervaringen in het verleden,
waarbij ze zich alleen heeft
gevoeld, bijvoorbeeld tijdens het
benauwd zijn. Kun je hier iets meer
over zeggen?
Reactie
De medische ervaringen spelen zeker
mee, zo weet ik van haar ouders,
maar dit meisje gaf stellig aan dat
ze het niet over de medische ervaringen
wilde hebben. Nu wil ze door
naar de nieuwe opleiding, maar ziet
daar tegenop omdat ze bang is niet
aardig gevonden te worden. Tevens
heeft ze al een poos een iets jonger
vriendje, en ze is bang hem kwijt te
raken.
De eerste insteek is geweest om te
zoeken naar ervaringen die het sociaal
angstige zou hebben veroorzaakt,
dan wel hebben versterkt,
want ze wil met de nieuwe opleiding
in dat opzicht goed kunnen
starten. Ze blijft dan vooral zoeken
in hier-en-nu situaties met anderen
meiden en jongens. Eerdere ervaringen
stranden op: “Weet ik niet”.
Antwoord
Bij deze kinderen, bij wie het niet
goed lukt om zich op zichzelf en hun
belevingswereld te richten, die zich
(nog) niet bewust zijn van zichzelf,
of nog onvoldoende autonoom zijn,
is representeren een lastige taak. Ze
kunnen zich misschien wel een concrete
herinnering voor de geest halen,
maar hebben geen idee of met
die gebeurtenis de angst begon of
erger werd. En, als ze verschillende
gebeurtenissen met elkaar vergelijken,
weten ze ook niet welke ‘film’
de naarste is. Daarbij komt dat het
bekend is dat bij kinderen die veel
ziek zijn geweest het separatie-individuatieproces
anders verloopt. Ouders
kunnen je hier hun visie geven
ten aanzien van de samenhang van
de klachten. Hun inbreng is nodig
bij het identificeren van nare ervaringen,
als dat de jongere niet lukt.
Je hebt kans dat het hier mede gaat
om preverbale ervaringen.
Ik heb nog twee adviezen:
1. Ten aanzien van je casusconceptualisatie:
Bij deze kinderen is
EMDR een procedure die slechts
een onderdeel is van de totale behandeling.
Je krijgt in de diagnostische
fase meestal al duidelijk hoe
het kind contact kan maken met
zichzelf en zich een voorstelling kan
maken van zijn of haar ervaringen.
Niet zelden voelt een kind zich gewoon
nog niet opgewassen tegen
de ervaringen die het in de ontwikkelingsfase
wel zou moeten kunnen
verdragen. In dergelijke situaties
kun je andere interventies overwegen,
die hem of haar helpen om
beter gericht te raken op zichzelf en
die ik-versterkend werken, voordat
je met EMDR begint. Niet zelden is
hier ook een taak weggelegd voor
de ouderbegeleider die de ouders
kan helpen met beter communiceren,
‘actief luisteren’ en mentaliseren,
zodat het kind of de jongere taal
krijgt voor zijn probleem en voor zijn
gevoel.
2. Ten aanzien van je EMDR-procedure
is het belangrijk dat je helder
hebt welke klacht expliciet behandeld
moet worden. Ik lees dat ze je
vraagt om haar te helpen met haar
sociale angstklachten. Als je het
niet zeker weet, zou je met haar
een hiërarchie kunnen maken om te
weten welke angst het eerst moet
worden behandeld. En als je niets
vindt in het verleden, houd dan in
ieder geval een flashforward achter
de hand. Die kun je altijd gebruiken,
en ze zijn zo enorm krachtig.
Je kunt ook overwegen om te starten
met een paar RDI’s waarbij jullie
je richten op probleemsituaties
in het dagelijks leven, waarmee
ze beter wil leren omgaan. Daarbij
maak je dan gebruik van tekeningen
als visualisatieversterkende techniek,
maar ook van het voordoen of
nadoen, het uitbeelden met het lichaam
en het gezicht. Ik maak ook
wel eens gebruik van een spiegel,
zodat een kind zichzelf goed kan
zien (trots staan, kijken, uitstralen).
Dat verbetert haar representerend
vermogen.
Reactie
Ik heb een RDI gedaan en ik heb
met de ouders een ondersteunend
contact gehad, ook met het oog op
uitleg van de achterliggende problematiek.
Vanwege de reisafstand die
de nieuwe opleiding vroeg, was het
niet reëel om de therapie voort te
zetten in het nieuwe opleidingsjaar.
Ik heb het meisje en haar ouders
wel aangeraden om EMDR-behandeling
te zoeken in de nieuwe fase.
Ik hoop dat ze ondertussen middels
een flashforward weer goed op de
been is.

Klik hier voor dePDF