EMDR zou, volgens een groep ervaren clinici, aan de
behandeling van patiënten met dissociatieve stoornissen
een belangrijke bijdrage kunnen leveren in
de fase van traumaverwerking (fase 2) en in de fase
van integratie van de persoonlijkheid en hervatting
van het dagelijks leven (fase 3). In de conceptualisatie
en uitvoering van EMDR bij deze doelgroep is
echter zorgvuldig maatwerk vereist. Zij hebben voor
dit individuele maatwerk een artikel geschreven
met handreikingen vanuit de structurele dissociatietheorie.
De auteurs noemen een aantal voorwaarden waaraan
voldaan moet zijn, voordat traumaverwerking kan starten.
Ook geven zij een opsomming van veel genoemde
contra-indicaties voor traumaverwerking. Als alternatief
voor langdurige stabilisatie kan bij patiënten die niet voldoen
aan de voorwaarden, of bij wie contra-indicaties
bestaan, toch al gestart worden met EMDR via de ‘progressive
approach’. De EMDR-therapie richt zich dan
niet op de verwerking (synthese en realisatie) van een
traumatische ervaring met alle betrokken ANP’s en EP’s,
maar bijvoorbeeld slechts op desensitisatie van één afgebakende
emotie of sensatie van één bepaalde EP. Volgens
de structurele dissociatietheorie treedt er, afhankelijk
van de aard, herhaling en leeftijd van traumatisering,
een meer of minder ernstige splitsing op in het zelf, in
een traumadeel (EP of emotional part) en een deel dat
zich bezighoudt met continuering van het dagelijks leven
(ANP of apparently normal part).
Allerlei tips en oplossingen voor dilemma’s in fase 2 passeren
de revue in het artikel: Hoe om te gaan met heftige
tegenstrijdige gevoelens van EP’s ten opzichte van de
dader? Met welk trauma moet je beginnen? Welke delen
(ANP en EP) laat je meedoen en welke niet? Hoe zorg je
dat de patiënt binnen de window of tolerance blijft tijdens
je sessie? Welke cognitive interweaves sluiten aan,
en hoe zorg je dat de patiënt het tussen de sessies thuis
redt?
In fase 3 levert integratie door fusie van delen regelmatig
veel angst op bij de patiënt. Die angst kan verschillende
oorzaken hebben, met elk net een andere behandelaanpak
met EMDR om de angst hanteerbaar te
houden. Aansturen op volledige integratie is volgens de
auteurs belangrijk, omdat de volledige integratie van de
persoonlijkheid, iemand beter bestand zou maken tegen
toekomstige stressvolle omstandigheden. In fase 3 kan
iemand vaak voor het eerst zijn hele leven overzien, en
dat geeft vaak heftige rouwreacties om wat verloren is
of nooit is geweest. Daarbij kan EMDR helpen.
De handreikingen zijn gebaseerd op expertise uit de
klinische praktijk. Er is nog nauwelijks onderzoek gedaan
naar effectieve behandeling van dissociatieve stoornissen.
Van der Hart, O., Groenendijk, M., Gonzales, A., Mosquera, D. & Solomon,
R. (2014). Dissociation of the personality and EMDR therapy in complex
trauma-related disorders: applications in phases 2 and 3 treatment. Journal
of EMDR Practice and Research, 8 (1), 33-48.
Dit artikel sluit aan bij een artikel dat in EM5 is samengevat over stabilisatie
(fase 1) bij dissociatieve stoornissen.