Estafetteinterview

 Vijf vragen aan…Steven Meijer

 

In de nieuwe rubriek ‘Vijf vragen aan…’ wordt een meer of minder bekend VEN-lid aan u voorgesteld.

 

Aan Steven Meijer de eer het spits af te bijten. Waarschijnlijk doet zijn naam bij velen een bel rinkelen. Steven is klinisch psycholoog-psychotherapeut en verbonden aan ‘VISIE, praktijk voor cognitieve gedragstherapie’ in Deventer. Hij is onder andere trainer EMDR en verzorgt met verschillende collega’s EMDR-opleidingen.

 

Hoe is EMDR op jouw pad gekomen?

“Heel precies weet ik het niet meer, het was zo rond 1997-1998, ik werkte toen nog in Enschede. Een psychiater met wie ik goed contact had vertelde dat hij van een nieuwe behandelmethode had gehoord: EMDR. Hij was in contact gekomen met Erik ten Broeke. En hoewel hij het maar een raar en vaag verhaal vond, dat EMDR, nodigde hij me uit om eens mee te gaan naar een intervisiebijeenkomst bij Erik. Ik vond het wel interessant klinken. Op die bijeenkomst ging het over EMDR en het sprak me aan. Toen Erik me zei dat ik wel eerst een cursus moest gaan volgen dacht ik lekker eigenwijs: “ik kan het zelf wel.”

Ik ben ook duikinstructeur en een bevriende instructeur had last van een traumatische gebeurtenis; hij had met zijn auto vastgezeten in een sloot, uren half onder het ijs en was dichtbij verdrinken geweest. Ik vroeg hem als proefpersoon en paste EMDR toe volgens een kopie van een Amerikaans protocol dat ik van Erik had gekregen. Het ging echt fantástisch! Die man knapte er heel goed van op. Ik had van die zitting een audio-opname gemaakt en die liet ik aan Erik horen. Hij zei: “Het is leuk wat je doet, maar het is geen EMDR.” Het ziet er zo makkelijk uit en vaak gaat het ook goed, dat zie ik nu als trainer ook op het videomateriaal van cursisten, maar er komt zoveel meer bij kijken. Ik heb toen toch besloten een cursus te gaan volgen en eigenlijk is er sindsdien geen dag zonder EMDR meer voorbij gegaan!”

 

Wie is jouw EMDR-held?

“Dat is heel duidelijk: Erik! Het klikte al snel tijdens die eerste intervisiebijeenkomsten. Het idee om gezamenlijk een praktijk te starten was dan ook snel geboren. We begonnen met z’n drieën, Erik, de psychiater en ik. Uiteindelijk is de psychiater weer een andere weg ingeslagen maar Erik en ik werken nog steeds samen. Hij is beroepsmatig mijn voorbeeld, niet alleen op het gebied van EMDR maar ook voor de cognitieve gedragstherapie. Maar het is niet alleen werk; er is een hechte vriendschap gegroeid in de jaren, we hebben veel meegemaakt samen.”

 

Welke EMDR-behandeling is je het meest bijgebleven?

“Mogen het er ook twee zijn? Het eerste is me bijgebleven omdat het, ondanks de ernst van de PTSS van deze cliënte, ook humor in zich had. De cliënte, een keurige Surinaamse dame van rond de zestig, had vrij plotseling ernstige klachten ontwikkeld. Ze was met haar zwangere dochter voor een controle bij de gynaecoloog geweest, op zich een mooie gebeurtenis voor een aanstaande oma, maar ze ontwikkelde vlak erna een heel heftige PTSS. In haar jeugd in Suriname had ze een gedwongen abortus ondergaan in zo’n ‘achteraf praktijk’ en het was gepaard gegaan met afschuwelijke pijnen en veel bloed. Ze had deze gebeurtenis weggestopt en er ècht nooit meer aan gedacht. Nu was de herinnering getriggerd met alle gevolgen van dien.

Ik ging met haar aan de slag. De EMDR was ook meteen heel heftig. Ze leek in een soort trance te raken, en begon dansbewegingen te maken. Ze ging staan en ik dus ook om haar de oogbewegingen te kunnen laten maken. Vervolgens kreeg ze enorme pijnen in haar buik, werd benauwd en ging de knopen van haar broek en haar blouse open maken. Ik labelde het als herbelevingen van de pijn.

Ik kreeg het wel benauwd en dacht bij mezelf: “Als er nu iemand binnenkomt, mij ziet staan zwaaien met mijn arm, voor een halfontklede dansende vrouw, wat zal er dan voor conclusie getrokken worden?” De cliënte bleef wel op mijn instructies reageren dus ik ging gewoon door. Voor mijn gevoel heeft het uren geduurd tot ze rustiger werd, maar het proces verliep verder goed. Ik zag dat ze langzamerhand weer zelfbewuster werd, ze streek snel haar kleren weer bij elkaar en zei er niks over. Ik heb er eigenlijk ook niets over gezegd. Ik maakte me wel bezorgd over de vervolgafspraak, wat als ze zich thuis gerealiseerd had wat er gebeurd was?

De volgende afspraak kwam ze met twee énorme taarten binnen. De behandeling had zijn werk fantastisch gedaan en zij was erg blij met het resultaat. We hebben er wel een week over gedaan die taarten te verorberen! En achteraf kijk ik hier toch met plezier op terug!”

 

“Het volgende verhaal is ingrijpend maar ook met een mooie afloop. Ik kreeg een echtpaar in behandeling dat bij de geboorte een kind verloren had. De vrouw leek in een normaal rouwproces te zitten terwijl juist haar echtgenoot heftige klachten had ontwikkeld. Mevrouw was tijdens de zware bevalling bewusteloos geraakt, hij was getuige geweest van alle vreselijke momenten. Het kindje was geboren met de vacuüm na grof trekken, gereanimeerd en had een uur aan de beademing gelegen voor het overleed. Hij had er al die tijd bijgestaan maar niemand had hem opgevangen. Het geluid van de beademingsapparatuur was afschuwelijk geweest. Hij reageerde hierdoor nu extreem op harde geluiden of een zware ademhaling van iemand in zijn buurt.

Ik vond dat hij ècht behandeld moest worden, maar hij vond EMDR de grootste flauwekul en wilde er niet aan. Toen heb ik in een moment van bluf gezegd dat hij zijn geld terug zou krijgen als de behandeling niet zou werken. Voorwaarde was dat hij zou doen wat ik hem instrueerde. De eerste sessie liep geweldig en hij was helemaal òm. Hij veranderde bijna in een soort wandelende reclamezuil voor EMDR èn voor mij. Iedereen in zijn omgeving die ook maar ergens last van had raadde hij EMDR aan bij ‘Meijer’ want daar krijg je je geld terug als het niet werkt!”

 

Welk advies wil jij de VEN-leden geven?

“Oei, dan moet ik een keuze maken, lastig! Er zijn veel dingen die ik van belang vind voor ons vak! Maar het belangrijkste dat ik nu wil zeggen is: “We moeten behandelen!” Blijf alsjeblieft weg bij die verschrikkelijke terughoudendheid. Juist ook bij ernstig getraumatiseerde mensen. Als je niets met de trauma’s doet dan blijft het bij jarenlange betutteling in therapie. Ik werk veel met behoorlijk ontregelde borderline-patiënten en ook zij hebben veel baat bij EMDR. Je ziet juist vaak dat de ontregeling dan vermindert. Durf te behandelen, een risico te nemen! Overigens zonder roekeloos te worden, niet zoals ik, ‘zomaar’ beginnen. Zorg dat je goed getraind bent, goede kennis hebt van psychopathologie. Leer echt de kneepjes van het vak. Binnen de EMDR-opleiding kan dat goed, het mooie is dat wij niet praten óver wat er gebeurt in de therapiekamer, je moet echt laten zien wat je doet!”

 

Wie wil je de volgende keer aan het woord laten in deze rubriek?

“Hellen Hornsveld. Ik werk veel met haar samen, zij is ook een bekend gezicht binnen de VEN, maar ze zal vast nog veel vertellen.”