Door Dafna Zwarts
Ook dit jaar kwamen alle supervisoren bijeen tijdens de supervisorendag. Langzamerhand is deze groep zo groot geworden (circa vijftig personen), dat niet iedereen elkaar meer kent. Daarvoor had de supervisorencommissie die verantwoordelijk is voor de organisatie van deze dag, een mooie oplossing: een smoelenboek!
Omdat er momenteel voldoende supervisoren zijn, zal er op korte termijn geen nieuwe opleiding voor supervisoren starten. Een reden daarvoor is dat er nu al supervisoren in opleiding zijn die te weinig aanmeldingen hebben om hun opleiding (supervisie onder supervisie van een volleerde supervisor) af te kunnen ronden. Tijdens de supervisorendag werd er een lijst opgesteld van supervisoren in opleiding met weinig aanmeldingen voor supervisie, zodat er gerichter naar hen kan worden verwezen. Behalve dergelijke praktische aangelegenheden was er dit jaar ook veel aandacht voor inhoudelijke zaken.
Ontwikkeling protocollen
De bestaande protocollen worden jaarlijks aangepast. Alle supervisoren kunnen hun ideeën daarover naar de Protocollencommissie sturen, waarna de trainers zich erover buigen (zie ook interview met Franka Groote elders in dit Magazine). Misschien wel de belangrijkste toevoeging is dat bij ‘Positief Afsluiten’ de lichaamshouding is toegevoegd, zoals we die al kennen bij de RDI: “Ga zitten als iemand die … (bijvoorbeeld: ‘sterk’) is.” Bij de RDI is er als bijlage een instructie toegevoegd over het ‘anker’ en het huiswerk. Alle VEN-leden zullen een brief over de aanpassingen ontvangen.
Ook de Kinder- en Jeugdsupervisoren hielden zich bezig met de protocollen, maar dan die voor kinderen (linksom, rechtsom en RDI). Een belangrijke kwestie in dit proces is dat de taal van de protocollen goed moet passen bij de diverse leeftijdscategorieën. Het komende jaar gaan de K&J-supervisoren dan ook goed nadenken over de terminologie die in de protocollen gebruikt wordt.
Zoekstrategie bij PTSS
Hans-Jaap Oppenheim hield een presentatie over de zoekstrategie bij PTSS met herbelevingen als belangrijkste klacht. Het is gangbaar om bij klachten naar targets te zoeken via het ‘Linksom’-protocol. Hans-Jaap is van mening dat dit bij PTSS verwarrend is. ‘Linksom’ is een zoekstrategie, maar bij PTSS hoef je eigenlijk helemaal geen zoekstrategie toe te passen. Herbelevingen verwijzen namelijk rechtstreeks naar een ervaring waarop je het basisprotocol kunt toepassen. Als het gaat om meerdere trauma’s, is de vraag van welke ervaring iemand nu het meest last heeft belangrijker dan de chronologie, om de volgorde van de verwerking middels EMDR te bepalen. Ook is bij PTSS de klacht niet altijd direct na een traumatische gebeurtenis ontstaan, waardoor het ‘Linksom’-protocol bij deze symptomen niet werkt. Hans-Jaap verduidelijkt zijn idee aan de hand van het verhaal van een patiënt met PTSS met een verlaat begin, waarbij de herbelevingsklachten zijn begonnen na diens pensionering. Volgens het ‘Linksom’-protocol zou je rond het moment van pensionering (waarna de herbelevingen begonnen zijn) naar targets moeten zoeken, in plaats van naar het oorspronkelijke trauma te gaan. In het eerste geval zit je dus verkeerd. Je moet natuurlijk de herinnering aan het oorspronkelijk trauma ‘targeten’, gewoon met het basisprotocol.
Eisen practitionerschap
Carlijn de Roos opende als voorzitter van de VEN vervolgens een discussie over de koppeling van het practitionerschap aan het lidmaatschap van de VEN. Het plan is om de leden tijdens de ALV te peilen over de verlichting van eisen aan het practitionerschap, maar vooral ook over de beperking van de duur voor het behalen ervan. De achtergrond hierbij is dat relatief weinig mensen het traject tot practitioner doorlopen en dat de opleidingseisen in Nederland, vergeleken bij andere Europese landen, relatief hoog zijn.
Positieve targets
Hellen Hornsveld presenteerde haar belangwekkende ideeën over het desensitiseren van positieve targets. We zijn gewend ons te richten op negatieve herinneringen (in het verleden of in de toekomst: flashforwards). Onderzoek wijst uit dat ook levendige positieve herinneringen kunnen vervagen, als het werkgeheugen belast wordt; maar niet alleen herinneringen, ook andere mentale representaties, zoals die over de toekomst: positieve flashforwards. Voor behandeling van verslaving en parafilieën is dit waarschijnlijk heel bruikbaar. Hellen zal over dit onderwerp ook een keynote geven op het landelijke EMDR-congres en een workshop over EMDR en verslaving, samen met Wiebren Markus.
Domein controle
Steven Meijer legde uit waarom hij het domein Controle als NC en PC niet functioneel vindt. ‘Ik ben machteloos’, voegt als NC weinig toe. Het plaatje genereert eigenlijk al voldoende lading. In zekere zin spreken we over het Controledomein wanneer het plaatje zelf de SUD volledig bepaalt. Bij andere congnitieve domeinen (Schuld en Zelfwaardering) zorgt de betekenisverlening nog voor extra lading. Met de NC ‘Ik ben machteloos’ wordt eigenlijk alleen maar aangegeven wat het plaatje bij de patiënt teweegbrengt, als hij hiernaar kijkt (ofwel: hij kan het niet aan om naar het plaatje te kijken, het is te naar en roept te veel op).
Stabiliseren of meteen beginnen?
De laatste presentatie van Ad de Jongh ging over stabilisatie die voorafgaat aan de behandeling van patiënten met complexe PTSS. Een voorbeeld van zo’n stabilisatieprogramma is ‘Vroeger en Verder’. Ad betoogde dat bestaande onderzoeksresultaten geen onderbouwing geven voor de gangbare opvatting in de GGZ dat een gefaseerde behandeling voor patiënten met complexe PTSS, of met symptomen daarvan, een noodzakelijke voorwaarde is. Er volgde een discussie met enkele supervisoren die zelf met deze populatie werken. Zij vonden dat bij een deel van de mensen met chronisch trauma, stabilisatie wel degelijk noodzakelijk is. Volgens Ad is nog onvoldoende duidelijk wat de beste behandeling is voor deze patiëntenpopulatie, maar noopt het bestaande onderzoek tot de conclusie dat het overgrote deel van deze patiënten een gerichte evidence based traumabehandeling, zonder voorafgaande stabilisatie, tolereert en daarvan profiteert. Een dergelijke behandeling (EMDR of imaginaire exposure) mag hen daarom niet bij voorbaat worden onthouden.
Het was een inspirerende dag voor de supervisoren. De sprekers kregen als dank het boek ‘Over Zij en ik’ van Marjoleine Oppenheim, waarin zij beschrijft hoe het is om op te groeien met een getraumatiseerde moeder (zie recensie en interview elders in dit Magazine).